Fotocursus

Treinmodellen fotograferen met huis-, tuin- en keukenmiddelen

Doel van deze instructie is om te leren met eenvoudige middelen goede foto’s van je modeltreinverzameling te maken.
Dat kan op allerlei manieren. In deze instructie wil ik het zo simpel mogelijk houden, zonder dure apparatuur. Een camera, wit karton en een zak rijst is genoeg (en het kan zelfs zonder de rijst).

De opstelling

We starten met de opstelling. Zolang die niet klaar is, blijft de camera aan de kant. Denk er alleen wel aan dat er straks een plek voor is.

1.         Lichtbron
Zonder licht geen fotografie, dus we beginnen met het zoeken naar een goede lichtbron. De zon is de beste lichtbron die er is, maar nogal veranderlijk en lastig te beïnvloeden. Die laten we nu dus buiten de instructie. In huis is bijvoorbeeld de lamp boven de eettafel of de tl-buis boven het aanrecht of de werktafel een goed bruikbare verlichting.
Andere lichtbronnen worden zoveel mogelijk uitgeschakeld. Voorkom ook dat daglicht via het raam op de opstelling valt.

2.         Achter-/ondergrond
We nemen een wit vel karton. Kleur kan ook, maar het risico bestaat dat de kleur ongewenst weerkaatst op het model, waardoor de kleuren van het model niet mooi overkomen. Ook is gekleurde weerkaatsing in de ruiten niet zo mooi. Wit karton weerkaatst ook, en daarvan maken we gebruik om schaduwen aan de onderkant van het model wat te verlichten.
Bij grotere modellen zijn meerdere vellen karton nodig. Wanneer die van achter naar voren overlappend neergelegd worden, zie je er niets van.
Aan de achterzijde wordt het karton omhoog gebogen.

3.         Plaatsing van het model
Het model wordt bijna recht onder de lamp gezet, maar zo dat het licht langs de zijkant ‘vloeit’. Let erop dat ook op het onderstel licht valt. Licht van midden boven zorgt ervoor dat de details mooi uitkomen en het licht goed verdeeld wordt. Ook worden de meeste hinderlijke reflecties van de lichtbron voorkomen.

4.         Compositie
Het model wordt ietsje schuin t.o.v. het camerastandpunt neergezet. We willen zowel de zijkant als de voorkant kunnen zien. Een treinmodel staat het liefst op rails. Zeker als je meer modellen wilt fotograferen is rails handig, want dan is de plaats en de hoek waarin de modellen worden geplaatst steeds hetzelfde. Ook weet je zeker dat draaistellen altijd netjes recht staan.

5.         Schaduwen
Bij deze opstelling kan de kop van het model te weinig licht krijgen. Een stuk wit karton of een plaatje piepschuim is ideaal als ‘reflectiescherm’.

6.         Afstoffen
Even met een zacht penseel over het model zorgt ervoor dat de meest hinderlijke stofjes, die je met het blote oog soms niet of nauwelijks kunt zien, op de foto ook niet meer zichtbaar zijn.

 

Camera-instellingen

1.         flitser uit
Als je mooie foto’s van je model wilt hebben, gebruik nooit de flitser van de camera.

2.         kwaliteit zo hoog mogelijk, resolutie maximaal.
In de nabewerking kun je de foto altijd nog kleiner maken, mocht je hem in een database of op internet willen gebruiken. Maar als uitgangspunt altijd de hoogste resolutie en de beste kwaliteit gebruiken.

3. Witbalans
Verschillende lichtbronnen hebben verschillende kleuren. De juiste instelling van de witbalans zorgt ervoor dat de kleuren goed worden weergegeven. Wit is wit, en niet lichtgeel.
Zo mogelijk wordt de witbalans handmatig ingesteld. Hoe dat moet verschilt per camera. Voor de handmatige witbalansinstelling heb je een wit vel papier, of in dit geval de witte achtergrond nodig.
Als dat op de camera niet mogelijk is, kies dan voor de juiste lichtbron (gloeilamp, tl-verlichting, daglicht…). Dan zit je in elk geval in de buurt.

4.         ISO-waarde zo laag mogelijk
Lage ISO-waarde betekent lage gevoeligheid. Meestal is dat de werkelijke gevoeligheid van de camerasensor. Bij verhoging van de gevoeligheid wordt het signaal van de sensor versterkt. Dit levert kwaliteitsvermindering op, zoals bijvoorbeeld ruis, verminderde scherpte, verzwakte kleuren.

5.         Stabiele ondersteuning
We gebruiken lange sluitertijden, dus vanuit de hand fotograferen is geen optie. De camera moet een goede ondersteuning hebben. Dat kan bijvoorbeeld met een statief. Maar voor dit doel is een zakje rijst ideaal.


6.         Zelfontspanner
Bij het indrukken van de sluiterknop kan de camera ook bewegen. Bij langere sluitertijden kun je dat op de foto zien. Door de zelfontspanner te gebruiken voorkom je deze beweging. Een afstandbediening of draadontspanner mag natuurlijk ook.

7.         Belichtingscompensatie
Normaal stelt de camera zich in op een lichtsterkte middengrijs. Maar wij gebruiken een witte achtergrond, die ook een groot deel van de foto zal domineren. De camera zal dus moeten ‘overbelichten’, want anders wordt het wit middengrijs. Te donker dus. Rond de 1 á 1,5 stop overbelichting is een goed begin. Maak een paar proeffoto’s om de belichting te controleren.

8.         Standpunt
Neem een laag standpunt in. Zo ziet het model er meer natuurgetrouw uit. Neem wat afstand van het model en zoom iets in. Bij groothoekinstelling heb je teveel perspectiefvertekening en ook lensfouten zijn duidelijker aanwezig.

9.         Scherptediepte

En dan ten slotte het meest beruchte probleem bij modeltreinfotografie, de beperkte scherptediepte. Het gebied dat scherp wordt afgebeeld is vaak te klein, zodat niet het hele model scherp wordt afgebeeld.
Op wat geavanceerdere camera’s kun je het diafragma van de lens kleiner instellen, en zo meer scherptediepte krijgen. Instellen op ca f/16 op een spiegelreflex- of systeemcamera is een goed begin. Kleinere diafragma’s dan ca f/16 maken de foto vooral onscherper.
Bij veel compactcamera’s is dat nauwelijks mogelijk.
Deze camera’s hebben echter, dankzij de kleine sensor, van nature al meer scherptediepte. Compactcamera’s zijn daarom in dit opzicht eigenlijk heel geschikt voor dit soort fotografie.

Als het uiteindelijk toch niet lukt het hele model scherp in beeld te krijgen, fotografeer dan het model meer van de zijkant.

Nabewerking

In de nabewerking kan de foto nog even rechtgezet worden, eventueel bijgesneden, en het contrast worden aangepast. Daar zijn vele bewerkingsprogramma’s voor, ook diverse gratis programma’s.

Voorbeelden van gratis programma’s, Picasa, Pixer.us. Ook zijn er tegenwoordig allerlei apps voor op de tablets.

Rob Reinders

Hilversum, 25 november 2013, bewerkt 30 januari 2016